De Japanse notenboom, ook wel Japanse tempelboom of eendenpootboom genoemd of kortweg Ginkgo, naar de Latijnse naam Ginkgo biloba, is een bijzondere boom. Het is een boom die oorspronkelijk uit China afkomstig is en gezien word als levend fossiel omdat het de enig overgebleven soort is van het geslacht Ginkgo. Het is een zeer oude boomsoort die naar het schijnt de tijd van de dinosauriërs nog heeft meegemaakt. Tevens een boom die zeer oud kan worden, er zijn namelijk exemplaren bekend van meer dan 1.000 jaar oud. De boom word enkel nog gekweekt en komt niet meer in het wild voor. Word in China en Japan al eeuwenlang aangeplant als tempelboom. De kroonvorm is piramidaal en de kroonstructuur is open. Kan een uiteindelijke hoogte van 16-18 meter bereiken bij een breedte van 10-12 meter. De bast is geelgroen en op latere leeftijd diep gegroefd en groeien er kurklijsten op stam en takken. Het waaiervormige blad loopt geel uit in het voorjaar en verkleurd in de zomer groen. In de herfst kleurt het blad fel geel wat spectaculaire beelden geeft. Bloeit onopvallend, draagt vanaf ongeveer 30 jaar vruchten. De Ginkgo is een tweehuizige boom, dat wil zeggen dat er geen mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen op dezelfde boom voor komen, men spreekt dan ook wel van mannelijke bomen en vrouwelijke bomen. De mannelijke bomen dragen tijdens de voortplantingsperiode kegels en de vrouwelijke bomen hebben zaden die eruitzien als vruchten en een sterke en onaangenamen geur verspreiden. Wereldwijd worden er dan dus ook meer mannelijke dan vrouwelijke bomen aangeplant. De ginkgo groeit goed op een löss, zavel, klei, zand en leem grond en staat graat in de zon op een droge tot natte bodem. Verdraagt verharding, wind, droogte en hitte goed. Een sterke boom met een bijzondere geschiedenis, één die bovendien opvalt in eigenschappen en kenmerken!